Autobanden voor consumentengebruik zijn hier niet op berekend. Door het opsnijden wordt een autoband voor straatgebruik aanzienlijk verzwakt. Het loopvlak wordt nl. verder dan geadviseerd wordt aangesproken. Het vergroot de kans op een klapband.
Een opgesneden band kun je herkennen. In de grootste groeven in de band tref je normaliter slijtage-indicatoren. de TWI, Tread Wear Indicator is een extra laagje rubber van circa 1,6 mm in het profiel van de band.
Hiermee wordt de slijtage gemeten. Zodra het extra laagje rubber begint te slijten is de band aan vervanging toe. Als deze niet meer te vinden zijn is bestaat de kans dat je met een gesneden band te maken hebt.
Als je dan in het midden van het loopvlak van de band kijkt kun je de locatie slijtage-indicator niet missen.
Laat een ding duidelijk zijn; echt versleten banden kan je niet opsnijden.
1) Indien slijtage indicatoren weggesneden zijn.
2) Abnormale profielen naast de originele profielvorm aanwezig zijn.
Vaak worden semi slicks van extra groeven voorzien. Het is niet nat genoeg voor ''full wets'' en niet droog genoeg ''slicks.
Meest in de buurt van een slick die je op de openbare weg mag gebruiken is de Toyo R888 band. Dus straatlegaalen
populair bij hobbyisten die op het circuit rijden.
Bij licht vochtige omstandigheden kom je dan net wat waterafvoer capaciteit tekort. Dan kunnen er een aantal groeven bijgesneden worden, dit zijn vaker dunne groefjes naast het bestaande profiel. Aquaplanning geen gewenste situatie op het circuit!
Opgesneden banden zijn vooral voor terreinrijders, circuit racers en rally rijders een uitkomst. Naast het bestaande profiel worden er extra groeven aan het buitenste deel van de band aangebracht.
Bij extreme omstandigheden worden profielbanden van meer profiel voorzien.
Bij licht vochtige omstandigheden kan er voor gekozen worden een slick op te snijden.
Bij dit soort banden wordt er vaak tot 50% van de bestaande profieldiepte ingesneden.
Zo wordt een autoband opgesneden.