Bij een by-pass filtertype wordt slechts een gedeelte van de olie gefilterd. Voordeel is dat er via deze filtermethode zelden een een verstopt olie-filter kan ontstaan. Ongeveer 20% van de opbrengst van de olie pomp zal omgeleid worden naar het oliefilter. De overige 80% gaat direct naar de smeerpunten in het motorblok. Dit is nadelig voor de levensduur het motorblok.
Full-flow
Bij een full flow filter gaat alle olie uit de oliepan (carterpan) door het filter. Vanaf hier gaat de olie direct naar de smeerpunten. De betere full flow filters zijn uitgerust met een terugslagklep.
Deze zorgt er voor dat, na het uitzetten van de motor, de olie niet uit het blok loopt. Als dit systeem er niet zou zijn zal de motor direct na het starten kort niet gesmeerd worden.
Ook een magnetische carterdop is handig, ijzerdeeltjes worden uit de olie 'opgepikt'. Het is dan zaak bij elke olieverversing de dop goed te reinigen. Dit geldt ook voor een standaard carterdop.
Deze zeef filtert koolstof uit de verbrandingskamer. Ook metaaldeeltjes als gevolg van slijtage worden via dit filter opgevangen.
Zorg allereerst dat de motor op bedrijfstemperatuur is. De olie wordt dan dunner en zal gemakkelijker uit het motorblok lopen. Let dan wel op dat bepaalde motorblok delen warm kunnen zijn.
1. Krik de auto op en plaats assteunen. Als je dit niet hebt is het zaak om een andere veilige(!) werkplek te creëren. Werkruimte is van belang. Probeer een zo horizontaal mogelijke werkplek te maken. Leg wat kranten onder de carterplug en zorg voor een opvangbak voor de oude olie. Ook wat oude doeken zijn handig, hier mee kun je de olie van je handen halen.
2. Draai de caterplug los. Deze laat je vallen in de opvang bak. Tijdens het uitdraaien van de plug zal er al oude motorolie uitlopen. De carterplug kan soms behoorlijk vast zitten. Beste is dan om een momentsleutel te gebruiken. Dan nu je net wat meer kracht zetten dan met een steeksleutel. als al het olie er uit is draai je de carterplug weer in de cartnerpan. Tip: zorg altijd voor een nieuwe carter aftap pakking ring.
3. Nu ga je het oliefilter losdraaien. Het filter kan behoorlijk vastzitten. Je kunt een grote waterpomp tang proberen. Zachtjes tikken met een hamer een beitel kun je ook proberen. Als het echt niet lukt: ram een priem of schroevendraaier in het oliefilter en tik 'm dan tegen de klok in los. Er zijn ook speciale filter tangen met ketting op de markt.
Als het filter met de schroef aansluiting naar beneden wijst maak je eerst een gaatje in de bovenkant van het filter. Het vacuüm dat ontstaat tijdens het aftappen verdwijnt dan.
4. Nu kun je het nieuwe filter gaan plaatsen. Giet eerst wat olie in het filter, smeer de rubberen afdichtingsring van het oliefilter in met de olie. Dan krijg je het filter de volgende keer simpel(er) los. Schroef nu het filter handvast aan. Als de rubberen pakking het metaal raakt draai je het filter nog 3/4 rond. Ga de boel niet muurvast zetten, als de motor straks heet wordt zal het draaistuk gaan uitzetten en zichzelf klemmen.
5. Draai de oliedop eraf en vul deze met de voorgeschreven hoeveelheid motorolie. Check de peilstok regelmatig totdat het gewenste niveau bereikt is.
Start de motor (zonder gas te geven) totdat -indien dit het geval is- het olie lampje niet meer brandt. Het overgrote deel van de olie-filters hebben een inhoud van circa 500 ml. Realiseer je dit bij het aanschaffen van het zwarte goedje.
Laat de motor een poosje draaien en check of alles goed vastzit en er geen lekkages zijn Check dan nog een keer het peil van de olie. Na het rondpompen kan het peil nl. iets gezakt zijn.
6. De oude olie kun je nu overgieten in de lege olie jerrycan. Deze breng je dan weg naar een milieu inzamel punt.