Het controleren van het oliepeil in de motor moet regelmatig plaatsvinden; een goede gewoonte is om dit eens in de twee weken te doen als je de auto dagelijks gebruikt. Verder hangt dit van de toestand van de motor af. Een motor die veel kilometers heeft gedraaid, zal in het algemeen meer olie verbruiken dan een motor die pas ingelopen is. Controleer het oliepeil van een nieuwe motor vaker dan eens in de twee weken. Een nog niet ingelopen motor kan een hoger olieverbruik hebben.
Het oliepeil wordt gemeten met een peilstok die meestal aan de zijkant in de motor steekt. Op elke peilstok zijn tenminste twee merktekens aangebracht. Zorg ervoor dat het oliepeil NOOIT onder het onderste merkteken komt. Ook heeft het geen enkele zin om het peil boven het bovenste merkteken te brengen; het teveel wordt snel verbruikt en gaat dus ten koste van je portemonnee; ook kan een te hoog peil olielekkage veroorzaken. Soms staat op de peilstok een uitgebreidere verdeling en geeft de fabrikant in het instructieboekje aan hoeveel er bijgevuld moet worden tussen twee streepjes.
De olie peil je als de auto op een horizontaal vlak staat en de motor ten minste 10 minuten heeft stilgestaan. Het peilen van de olie direct na het afzetten van de motor heeft geen zin, omdat de olie dan nog niet teruggelopen is in het carter. Meten direct na het afzetten van de motor geeft altijd een te laag niveau op de peilstok aan! Zorg ervoor dat het oliepeil op het bovenste merkteken staat als de motor zwaar wordt belast; dit kan bij voorbeeld zijn als je aan trackdays deelneemt of als je, met een aanhangwagen de bergen in gaat tijdens de vakantie. Hierdoor wordt voorkomen dat de olie te heet wordt.
Het onderweg peilen van de olie tijdens een lange rit is natuurlijk nuttig; zorg dan wel dat je ten minste een liter olie bij je hebt van de juiste kwaliteit en met de juiste viscositeit. Zelfs de beste automonteur kan niet goed aan de olie op de peilstok zien of de olie nog goed is of deze ververst moet worden. Hecht dus geen enkele waarde aan advies van 'deskundigen' bij bepaalde tankstations, die u over willen halen de olie te verversen. Houd zelf bij, aan de hand van het aantal gereden kilometers en de manier van gebruik van de auto, wanneer de olie ververst moet worden.
Op het bovenstaande is echter een uitzondering; als je, na een flinke rit, ziet dat de olie een lichtgrijze kleur heeft, is er iets aan de hand. Deze verkleuring wijst erop dat er water bij de olie zit; dit zal dan zeer waarschijnlijk koelvloeistof zijn. Verversen van de olie heeft ook dan geen zin; de enige oplossing is dan het lek op te (laten) sporen en te (laten) repareren. Neem wat olie van de peilstok en voel met je vingers, voelt dat korrelig aan?
Dikke kans dat het stukjes metaal bevat. We hebben dan met oude, 'scherpe' olie te maken. Deze stukjes metaal zijn afkomstig van de motor. Plakt de olie ook? Dit zijn wel indicatoren dat het tijd wordt om de olie te vervangen.
Motorolie zal door oxydatie en door opnemen van kleine hoeveelheden water, benzine en verbrandingsproducten haar smeervermogen verliezen. Sommige van deze producten zetten zich overal af in het inwendige van de motor, dit geeft men de Engelse benaming 'sludge'. Zij zijn moeilijk te verwijderen zonder ingrijpende maatregelen en kunnen smeeroliekanalen zelfs verstoppen. Motorolie bevat vrijwel altijd speciale toevoegingen om het vuil in microscopisch fijn verdeelde toestand zwevend te houden. Die deeltjes zwevend vuil zijn dunner dan de oliefilm. Aangezien niettemin het smeervermogen van de olie toch zal verminderen blijft verversen noodzakelijk!
Als je tot de ontdekking komt dat het oliepeil stijgt, ook na een lange rit, kan dit veroorzaakt worden doordat er brandstof bij de olie komt; veelal zal dit veroorzaakt worden door een inwendig lekkende benzinepomp bij een benzinemotor of opvoerpomp bij een dieselmotor. Het peilen en eventueel bijvullen van de motorolie gebeurt op de volgende manier.
1) zet de auto op een horizontaal wegdek of een horizontale vloer;
2) zet de motor af;
3) wacht ongeveer 10 minuten;
4) trek de peilstok uit de motor;
5) maak de onderkant van de peilstok droog met een schone niet pluizende doek;
6) steek de peilstok helemaal weer in de motor; let erop dat hij er tot de aanslag in komt. Zorg er ook voor dat er geen vuil via het peilstokgat in de motor komt;
7) trek de peilstok er langzaam weer uit;
8) lees het peil af;
9) is het peil juist, steek dan de peilstok weer in de motor.
Als de peilstok niet aangeeft hoeveel er bijgevuld moet worden, vul dan bij met kleine hoeveelheden tegelijk; bij voorbeeld een kwart liter per keer en controleer steeds het peil tot het juiste niveau is bereikt; geef ook de bijgevulde olie even de tijd om naar het carter te lopen, voor je het peil opmeet.
Als het oliepeil te laag is heb je natuurlijk geen optie, je zult dan ten alle tijden met een juiste oliepeil moeten rijden.
Maar als je bij het peilen geconstateerd hebt dat de olie vervuild is, vermengt de zojuist toegevoegde schone olie zich met de vuile olie. Idealiter tap je dan alle olie af en vul je deze met compleet nieuwe olie.
Neem altijd een liter reserve olie in de auto mee. Het is belangrijk dat dit exact hetzelfde type olie is als al in de motor zit. Let daarbij niet alleen op de dikte (10W50 of een soortgelijk getal), maar ook op de API-specificatie op de flacon en vergelijk die met de handleiding van je auto. Kunt u die niet vinden, koop dan het beste wat voorhanden is. Stelregel is namelijk dat niet de juiste olie altijd beter is dan geen olie als het maar motorolie is die je bijvult. Maar ververs dan wel zo snel mogelijk met de juiste soort.